Artikelomschrijving
Enigszins verscholen in de Noord-Atlantische Oceaan, tussen
IJsland en Schotland, liggen 18 kleine eilanden: de Faeroer, letterlijk "schapeneilanden". De archipel heeft een hoge mate van zelfbestuur binnen het Deense koninkrijk en telt ongeveer 48.000
inwoners. Het Faeroers, de kleinste van de Scandinavische talen,
is er sinds 1948 de eerste officiele taal.
In deze bloemlezing wordt werk gepresenteerd van acht hedendaagse
Faeroerse dichters: Sigri M. Gaini (1975), Gu?ri?
Helmsdal (1941), Sigga-Maria Hjalmarsdottir Hojgaard (1990),
Carl Johan Jensen (1957), Astrid Joensen (1949), Joanes Nielsen
(1953), Toroddur Poulsen (1957) en Kim Simonsen (1975). Hun
poezie weerspiegelt de diversiteit in de moderne Faeroerse
literatuur: de gedichten zijn beurtelings ongepolijst en ruw,
dan weer een intellectuele uitdaging en vol pathos.
'De acht dichters zijn waardige opvolgers van de eerste modernist
in de Faeroerse literatuur, J.H.O. Djurhuus, die zich zijn hele
leven inzette voor het Faeroers als moderne
cultuurtaal. [...]
De literatuur van deze eilanden is [...] zonder meer te vergelijken
met die van de rest van Europa.' (Malan Marnersdottir in het
nawoord)
Windvlinders. Poezie van de Faeroer is de eerste anthologie van
Faeroerse poezie in het Nederlands. Het nawoord is van de hand
van Malan Marnersdottir, hoogleraar Faeroerse Letterkunde aan
de Universiteit van Torshavn.
Taal: Nederlands
Aantal pagina's: 252
Verschijningsdatum: 27-11-2020